De bouw is een typische mannenwereld, waarin vrouwen echt opvallen. Zeker als ze jong, aantrekkelijk en ook nog doortastend zijn. Femke Steenbergen is een projectmanager die niet alleen achter de schermen op kantoor werkt, maar midden tussen de bouwvakkers staat. Voor het Hilversumse duurzame woningbouwproject Almansweide is zij al bijna een jaar steun en toeverlaat voor de vereniging die gaat bouwen. |
Een gesprek tussen Femke Steenbergen en Joost Huijsing (van Almansweide)
Een interview met een bijzondere bouwvrouw.
“Almansweide is van alle projecten die ik tot nu toe heb gedaan niet super groot, maar wél zeer intensief! Ik heb nooit eerder met 23 particuliere opdrachtgevers gewerkt. Wel deed ik projecten bij woningbouwcorporaties en soms wel tien vrije kavels tegelijkertijd. Maar dit is wel heel bijzonder: bij Almansweide moeten 23 opdrachtgevers letterlijk door één deur kunnen. Bovendien ligt het bedrag echt vast. Jullie als bewoners hebben zeven miljoen, niet meer en niet minder. Bij een professionele opdrachtgever is er altijd wel een aandeelhouder die kan beslissen er ietsje meer in te investeren.
Ik word van Almansweide heel enthousiast en ik vind dat jullie een unieke vereniging hebben. Zoveel mensen die samen hun eigen woningen bouwen. Er is soms genoeg verschil van mening, maar het lukt! Iedereen is zo bevlogenen het zijn allemaal heel verschillende woningen.”
Na jaren in loondienst is Femke Steenbergen sinds een half jaar eigen baas, in haar eigen bedrijf Retse Project & Proces, gevestigd in Zoelen in de Betuwe.
Ik heb standaard mijn laarzen in de auto staan, want ik vind het belangrijk om bij projecten ook echt naast de timmerman op de steiger te staan. Je hebt gesprekken met de directeur en met de gemeente en de gebruikers, maar ook met de bouwers. Als ik projecten helemaal zelf had willen doen, dan had ik waarschijnlijk eerst moeten beginnen op de MTS. Maar ik snap wel de taal van de bouw en ik begrijp hoe iets gemaakt wordt. Alleen kan ik het niet helemaal zelf. Hoewel, ik ben wel handig en verbouw ook samen met mijn vriend ons eigen oude boerderijtje. Ik heb zelf ook een steiger, dus als het moet kan ik heel veel zelf.
Het bekende cliché is de bouwvakker die vanaf z’n steiger naar vrouwen of meisjes fluit. Dat heb ik eigenlijk nog nooit meegemaakt, misschien komt dat wel omdat ik er geen aandacht voor heb. Bovendien ga ik niet met een jurk zoals ik nu aan heb naar de bouw! Dan heb je een spijkerbroek aan en laarzen. In de praktijk van de bouwwereld zie je vrouwen vooral op kantoor. In alle jaren dat ik dit werk doe ben ik maar één keertje een vrouw tegen gekomen die timmerde – een timmervrouw.
Duizendknoop (perzikkruid) in Femke's voortuin | Sinds kort werk ik als zelfstandige en heb ik een eigen bedrijfje dat ‘Retse Project & Proces’ heet. Die naam heb ik van de straat waar ik woon, maar geen idee waar het woord vandaan komt. Het is wel de streeknaam van een plantje: duizendknoop (of perzikkruid). Dat staat nu natuurlijk ook in mijn voortuin! Volgens mij is het zelfs wel een voordeel om vrouw te zijn in deze mannenwereld. Omdat je veel makkelijker met elkaar communiceert. Mannen onderling denken dat ze heel |
Ik geef natuurlijk vaak leiding aan een groep en dan moeten de mannen dat wel accepteren. En dingen van me aannemen. Dan zeg ik gewoon dat ik jaarlijks mee rijd met de Zwarte Cross en dan is het ijs wel gebroken!
Vrouwen schakelen misschien net wat anders dan mannen. In een groep mannen maken ze soms steeds dezelfde fout en als er dan iemand heel anders tussen komt, een vrouw, die kan dan dat vaste patroon doorbreken. Je moet je als vrouw soms wel eerst bewijzen. Ik heb dat eens gehad toen ik directievoering deed op een bouw. Dat was in ‘de slechte tijd’ dat alles heel krap was aanbesteed. Dan heb je moeilijke discussies met de aannemer. Dan komt toch soms dat haantjesgedrag naar voren en aannemers kunnen dan heel grof zijn en vloeken. Als het zover komt staak ik gewoon de vergadering. Dat waren ze niet gewend.
Ik ben nooit een meisje-meisje geweest, maar speelde met een op afstand bestuurbare raceauto. Ik deed ook wel aan ballet – een beetje rare combinatie. Mijn vader zat in de werktuigbouwkunde, met hem ging ik wel eens mee naar een project.
Uiteindelijk koos ik op de HAVO een vakkenpakket wat het meest bij me paste. Dat was bij mij alleen maar wiskunde-b, natuurkunde, scheikunde, nul alpha-vakken. Het was een klein klasje, waarin ik het enige meisje was bij wiskunde-b. Dan ga je kijken naar vervolgstudies. Toen heb ik nog even getwijfeld over tuin- en landschapsinrichting, natuurlijk ook heel erg leuk. Of tropische bosbouw, maar dat is minder breed en wel heel erg specifiek. Nadat ik de Open Dagen had bezocht realiseerde ik me dat bouwkunde wel heel erg bij me paste. Ik heb daarna ook nooit meer geswitcht.
Na de opleiding ben ik meteen gaan werken bij een kalkzandsteenfabriek, om werkervaring op te doen. Daarna kwam ik als bouwkundige bij een Jeugd en Kinderpsychiatrisch Ziekenhuis terecht. Zij hadden elf locaties waarbij we ook nieuwbouw deden en groot onderhoud. Dat heb ik helemaal kunnen opzetten - en ook veel over kinder- en jeugdpsychiatrie geleerd. Dat was wel heel heftig, want over dat soort dingen had ik natuurlijk in mijn studie nooit iets meegekregen. Daar heb ik persoonlijk veel van geleerd, maar na zes jaar wilde ik weer iets anders.
Mijn functie nu is projectmanager in de bouw. Dat kan van A tot Z zijn: van initiatieffase tot uitvoeringsfase. Particulier of woningbouwvereniging. Nu werk ik in bijvoorbeeld Zeist in Kerckebosch voor een wijkontwikkelingsmaatschappij. Daar doe ik het meer civiele werk, dus het bouwrijp maken. We slopen 700 woningen en bouwen er 800 nieuwe. Daar bouw ik dus zelf niet, maar werk wel samen met aannemers. Het leuke is dat we samenwerken met het Utrechts Landschap. De wijk gaat over in het natuurgebied Groot Heidestein, net zoalsAlmansweide de buur is van het Goois Natuur Reservaat. | Femke heeft altijd laarzen in de auto |
Tot nu toe heb ik in bouwprojecten alle facetten doorlopen, maar nog niet van de aannemerskant. Ik stond altijd aan de kant van de opdrachtgever of de ontwikkelaar. En dan ben je toch degene die betaalt en die dus bepaalt.
Ik had bij mijn vorige werkgever door kunnen gaan en hele grote projecten doen van tientallen miljoenen. Want ik heb al gewerkt voor het rijksvastgoedbedrijf, voor gevangenissen, musea… Maar het papierwerk is daar zo enorm, je raakt zover weg van de gebruikers en de praktijk. Daarom kies ik nu toch meer voor woningbouw en ik zou zo weer een volgend CPO-project zoals Almansweide willen doen. Omdat het zo afwisselend is en ik ben niet zo van werken tussen acht en vijf… En misschien kies ik ooit nog een keer voor de aanneemkant.
Ik heb me voorgenomen alleen nog projecten aan te nemen die ik zelf leuk vind. Ik ga nee zeggen tegen projecten waar ik aan twijfel. Het is niet om meer geld te verdienen, ik hoef niet vijf dagen per week te werken voor het geld. Maar eerst dus nog een jaar Almansweide en daar gaan jullie me zeker eens per week op de bouwplaats zien. Al is het maar om nieuwsgierig te zijn hoe het erbij staat. Als het allemaal goed gaat dan kunnen jullie voor oktober 2017 de verhuiswagen bestellen! En ver voor die tijd, pakweg in januari, eerst het pannenbier.”