De vroegere Hilversumse wethouder (kent dit deel van Hilversum als geen ander. Lees maar. Onder de foto staat de tekst in een veel makkelijker leesbare vorm.
1966, ik was twaalf jaar en moest voetballen tegen Donar. Altijd al een lastige club om tegen te voetballen. Die jongens van Donar waren stevig. ‘Uit bij Donar’ was nog moeilijker. Na een sliding keek je daar eerst wat er aan je been was blijven hangen. Het veld van Donar lag vol gruis, glas en glinsterende brokjes. De voetbalclub lag op een oude vuilstortplaats bij Anna’s Hoeve in Hilversum-Oost.
Start
Februari 1991, op mijn bureau lag een brief van de milieu-inspectie van het ministerie van VROM. Het was
een afschrift van een schrijven aan het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Het
waterschap moest onmiddellijk de stankoverlast van zijn zuiveringsinstallatie
in Hilversum-Oost aanpakken. In het wekelijkse overleg met de afdeling Milieu vroeg ik naar de plannen omtrent de aanpak van het probleem. Het bleek dat de kwestie al langer liep. ‘Maar heeft het wel zin om deze installatie op deze plek op te knappen? Kunnen we haar niet verplaatsen en dit complex meenemen bij de aanpak van Anna's Hoeve?’
In het verleden was hier wel eens een onderzoek naar geweest, maar dat was nu niet aan de orde. Het zou nu gaan om een investering van twintig miljoen gulden om de installatie aan te passen. En dan zat ze voor jaren weer vast op deze plek.
Ik ben naar Rie de Booijs gegaan, zij was de voorzitter van het waterschap. Rie was oud-Tweede Kamerlid van de PvdA, ze had een milieu- en natuurachtergrond en stond meteen open voor alles. Ze was voorstandster van een nieuwe benadering. Haar ingenieur werd er bijgehaald en zo ging het hele project Anna's Hoeve en Laarder Wasmeer rollen. Wij schreven een brief aan de inspectie om uitstel van de investeringen, en zij ging, namens het waterschap, kijken of er alternatieven waren.
Eigenaar
‘Om een probleem op te lossen moet het een eigenaar hebben.’ Een oude wijsheid die zeker voor Anna’s Hoeve opging. Toen ik in 1990 wethouder werd, voelde niemand zich er verantwoordelijk voor. Het gebied kende ik vrij goed. Ik had een aantal jaren les gegeven aan de Anthony Fokkerschool (kappersschool) en keek vanuit mijn lokaal dagelijks naar die desolate plek. Daar had ik vele verhalen over gehoord, mooie maar ook verschrikkelijke. Over de sloot die daar vroeger liep, een sloot die vergeven was van stank en gif. Over de man die nadat hij er ingevallen was, twee dagen later overleed met over zijn hele lijf erge uitslag. De sloot werd toen vervangen door een rioleringsbuis. Verhalen over de volkstuintjes bij het Wasmeer. Daar groeide van de ene op de andere dag niets meer. Verhalen over het schuim op de vijver als het weer maandag wasdag was. Verhalen over de bewoners van de Meerweg, leerlingen van mij woonden daar. En ik kende natuurlijk de sportclubs van vroeger. In het Zwartboek Milieu en in het Milieubeleidsplan dat Peter van der Linden en ik in 1989 hadden geschreven, werd veel aandacht aan deze problematiek gegeven.
Problemen genoeg, maar geen enkele eigenaar, niemand die zich verantwoordelijk voelde voor het gebied. Nu ik wethouder was, stond ik midden in die problemen. Ik heb me toen vaak gevoeld als iemand die aan een dood paard aan het trekken was. Acht jaar kon ik blijven trekken en dat was mijn geluk. In die acht jaar had ik ook dezelfde projectleider op Anna’s Hoeve zitten. Er was duidelijkheid binnen de gemeente, heldere communicatie naar binnen en naar buiten. Een voorlichtingsfolder werd in Hilversum-Oost onder de bewoners verspreid. Met een grote diaserie over het gebied en zijn geschiedenis ben ik stad en land afgeweest. Presentaties bij het Ministerie van Milieubeheer, op een VNG-congres (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) en bij de provincie. Vooral de verhalen over de wielerhelden Bruno Walraven en Noppie Koch deden het goed tegen de achtergrond van een dia van een vervallen wielerbaan. Het beeld van het slibveld, oranje-rood, dat al 40 jaar onbegroeid was (zelfs mos kon er niet gedijen) bleef iedereen bij. Geldschieters, het Rijk en de provincie, wisten na deze presentatie in ieder geval waar Anna’s Hoeve lag en konden zich er een beeld bij vormen.
In 1997 begon het dode paard enige tekenen van leven te vertonen, het trekken leek te helpen.
Deelgenoten
In 1997 was er in Haarlem één van de merkwaardigste vergaderingen die ik ooit heb meegemaakt. Het werd een twee uur durend overleg in één van de oude stallen onder het provinciehuis. Hier werden de contouren gelegd voor het opknappen van het hele gebied. Het waterschap was bereid te verhuizen naar een kleinere plek om daar een nieuwe compactere installatie te bouwen. De grond van de oude installatie werd dan aan de gemeente gegeven in ruil voor de nieuwe plek. Hierdoor kwam meer dan 10 hectare ruimte vrij. De provincie wilde, vanwege te hoge kosten, toestaan om de vervuilde grond ter plaatse op te laten slaan en af te dekken. De vervuilde bagger kreeg prioriteit om weggehaald te worden en het GNR ( Goois Natuur Reservaat ) zou alles op zijn terrein toelaten. Dat laatste was het moeilijkste, omdat het GNR niet wist wat het te verwachten had.
Het mooiste moment kwam toen ik als wethouder vanuit Hilversum, en Frans Tielrooij als gedeputeerde van de provincie, Henk Korten onder druk zetten om zijn bezwaren te laten varen. Frans was ook voorzitter van het GNR en ik was de secretaris van het GNR. Het moet voor de andere aanwezigen prachtig geweest zijn om deze dans van drie heren te zien. Henk Korten is akkoord gegaan en het bijzondere is dat uiteindelijk het GNR de partij is geweest die de drijvende kracht werd achter het hele herstel van Anna’s Hoeve en het Laarder Wasmeer. Bijzonder ook omdat nog in 1990 de toenmalige voorzitter van het GNR, Roel de Wit, het park Anna’s Hoeve niet wilde overnemen van Hilversum, omdat het zo vuil en verpauperd was. Uiteindelijk heeft Henk Korten hem ervan kunnen overtuigen dat het GNR deze kans moest nemen en is dit gebied toen toch naar het GNR gegaan. Het Laarder Wasmeer was al van het GNR.
Afhaken
Daarna werd het stil, heel stil, er gebeurde niets.
Een paar partijen bleven zich verantwoordelijk voelen Vooral het GNR en de provincie Noord-Holland zijn de constante factoren geweest in die lange jaren na 1998. Het GNR kreeg het geluk dat Dick Landsmeer daar ging werken. Dick was daarvoor het afdelingshoofd van Milieu en de directeur van Stadsontwikkeling in Hilversum geweest. Maar hij was vooral ecoloog, kende de grote verbanden en was zeer goed op de hoogte van de hele problematiek.
De stilte werd doorbroken in augustus van het jaar 2003. De bagger in het Laarder Wasmeer kwam door de zeer warme en droge zomer droog te liggen en hierdoor werd het probleem voor iedereen zichtbaar. De nieuwe gedeputeerden voor Milieu en Landschap bij de provincie, Moens (GroenLinks) en Poelman (D’66), werden erbij betrokken door het GNR en waren zo enthousiast om alle regels te laten voor wat ze waren om de verdroogde bagger zo snel mogelijk weg te halen.
Dit was de voortgang die het proces nodig had.
De gemeente Hilversum en het waterschap bleven echter langs elkaar heenlopen met de nieuwe zuiveringsinstallatie.
Bart Heller, in 1999 en 2000 twee jaar wethouder van Hilversum en mijn opvolger, was in 2010 gedeputeerde van de provincie voor Milieu. Bij aanvang van een nieuw overleg over Anna’s Hoeve met alle deelnemers bleek dat er in die tien jaar geen enkele voortgang was geboekt. De gemeente Hilversum en het waterschap waren alleen maar aan het ruziën over de nieuwe installatie. Het bleef bij zwartepieten, dreigen met procedures, aanklachten en schadeclaims. Beide partijen hadden zich ingegraven, en vanuit schuttersputjes werd de ander bestookt. Bart Heller heeft vervolgens de twee kemphanen alleen gelaten om ze er zo uit te laten komen. Twee maanden later waren ze eruit, het tekort moest de provincie maar oplossen……
Van gemeenschappelijkheid en samenhang, zoals in 1997, was weinig over. Het enige wat de gemeente en het waterschap bond, was de locatie, niet het probleem.
In 2000 is een intern onderzoek gedaan door de gemeente naar de oorzaak van de stagnatie van het plan. Er werden interviews gehouden met alle betrokkenen, binnen en buiten de gemeente. De zaak was toen al zo verziekt dat Frans Tielrooij, de gedeputeerde van de provincie, geen interesse had om medewerking aan dit onderzoek te verlenen. De conclusie van het onderzoek was vernietigend voor de Hilversumse bestuurlijke organisatie van na 1998. Er was totale wanorde en versnippering. Het rapport werd geheim verklaard en is niet verder dan het college gekomen. De versnippering en wanorde binnen de gemeente gingen daarna gewoon voort.
Eigenaar van probleem zoek
Het opknappen van Anna’s Hoeve was niet alleen iets van verantwoording nemen, maar vooral iets van de lange adem. Sanering van een bodemverontreiniging is vaak moeilijk en duurt lang. Op korte termijn kon niet gescoord worden door de Hilversumse wethouders. Vandaar dat meteen na mijn vertrek het project Anna’s Hoeve misbruikt werd voor andere doeleinden. Veel onderzoeken die niets met Anna’s Hoeve te maken hadden, werden afgeboekt op het plan.
De openheid die ik zo zorgvuldig had opgebouwd in de planvorming en communicatie rondom Anna’s Hoeve, was veranderd in een duister geheel. De andere partners in de samenwerking begonnen de gemeente Hilversum te wantrouwen. Vooral nadat de gemeente al haar problemen over de schutting naar een ander ging gooien. Ze voelde geen enkele verantwoording, Anna’s Hoeve was haar probleem niet meer. Voor de anderen werd de gemeente Hilversum het probleem.
Eind
2012, ‘Uit bij Donar’ kan niet meer. Donar is samen met EMM de sportclub Wasmeer geworden. ‘Uit bij Wasmeer’ is nu voetballen op één van de mooist gelegen velden van Nederland.
Het verplaatsen van de zuiveringsinstallatie is nu gaande. Er wordt een nieuwe compacte installatie gebouwd op het oude veld van Donar. De vervuilde grond wordt als tweede berg van Anna’s Hoeve daarnaast aangelegd. De vijvers en het park zijn opgeknapt en er komt ruimte voor een nieuwe woonwijk.
Het waterschap heeft zijn uitdaging uiteindelijk toch waar kunnen maken. Het bouwt nu een nieuwe, moderne installatie op de verlaten sportterreinen.
Voor de natuur en de recreatie is het een groot succes. Het GNR heeft een uniek stuifzandgebied met natte vennen gecreëerd op de ooit zo vervuilde bodem van het Laarder Wasmeer. Hier zal een zeer gevarieerde flora en fauna komen. Het park Anna’s Hoeve is een mooi wandelpark met veel schone vis- en speelvijvers geworden.
De (opgeknapte) sportvelden zijn op hun plek gebleven. Verplaatsing naar het speelveld bij de eerste vijver van Anna’s Hoeve, zoals ik in 1997 dacht, was niet nodig. Alleen de gemeente Hilversum moet nog invulling geven aan haar terreinen.
Wandelen in Hilversum-Oost was moeilijk in 1986. Als ik een tussenuurtje had op mijn school aan de Anthony Fokkerweg en wat wilde lopen, werd dat een ware beproeving. Een rondje om de zuivering en de sportvelden was bijna onmogelijk. Eerst moest je tussen de vele hekken en troep het wandelpad vinden. Om vervolgens tussen hoge brandnetels en bramenstruiken je wandeling langs een twee meter hoog hek met prikkeldraad te kunnen vervolgen. De natuur was ver weg en onbereikbaar.
Nu is het één van de mooiste wandelrondjes in Hilversum. Een geweldig (vrij) uitzicht over het Wasmeer. Je ziet vele verschillende landschappen en je hebt mooie zitplekken.
Dit succes had ik echt niet voor mogelijk gehouden, toen ik in 1989 met het Zwartboek Milieu kwam. Ik stelde toen zelfs dat na een generatie alle vervuiling opgeruimd moest zijn. Dat leek al een onmogelijke wens. Maar dat nu in 2012 daar zo’n mooi wandel en natuurgebied voor terugkomt, leek een verre droom.